Blanco blog #5: 5 tips voor goede verlichting in huis

‘We doen eigenlijk maar wat’ is iets wat ik veel hoor wanneer ik bij bewoners kom voor een compleet interieuradvies. Want licht is en blijft een ongrijpbaar iets. Welke lampen moeten waar in je woonkamer? Welke lampen kies je? En hoeveel Kelvin is nou eigenlijk handig?

Daarnaast is verlichting vaak een ondergeschoven kindje in een verbouwing omdat er pas tijdens de verbouwing wordt nagedacht over waar de lichtpunten eigenlijk moeten komen, terwijl de elektricien al bezig is. Of nadat het hele huis ingericht is nog de armaturen worden uitgezocht. Zonde, als je het mij vraagt! Want goed licht is zo ontzettend belangrijk en handig. Het maakt jouw interieur echt af. En oh, wat zijn er toch ontzettend veel mooie lampen in de wereld!

Tijdens mijn adviesgesprekken* is licht daarom ook een net zo belangrijk onderdeel als kleur. Nadat we een moodboard hebben gemaakt en een kleurenpalet, gaan we ook al aan de slag met een lichtplan. Zo kunnen we namelijk de kleuren en materialen ook daarin meenemen maar ook zorgen dat de lichtpunten op de juiste plek komen. Zo hoef jij niet meer na te denken welke lampen waar moeten zodat je fijn licht hebt, en kan een installateur bij een verbouwing gelijk rekening houden met welke armaturen waar komen, en hoe je die geschakeld wil hebben. Superhandig toch?

Hierboven zie je een lichtplan voor een woning, gemaakt door mij als interieurstylist.

Daarom hier vijf tips om te zorgen dat jouw huis nog meer voelt als een warme jas!

1: De functie van verlichting

En dan niet alleen functies qua hoe je de ruimte gebruikt zoals lezen, koken of tv-kijken maar ook welke functie wil je dat het licht geeft. Moet het sfeer geven, of juist heel praktisch veel licht zodat je goed kan poetsen? Kortom; bedenk goed welke functies het licht heeft in de ruimte en hoe je je ruimte gebruikt. Hierbij helpt het ook om een schets te maken van jouw ruimte, en dan in te vullen wat je waar doet;

2: Seizoenen en verlichting

Elk seizoen gebruik je licht in huis op een andere manier. In de zomer bijvoorbeeld, gebruik je je verlichting waarschijnlijk veel minder en wellicht alleen praktisch als je de wc poetst en goed wilt zien hoe en wat. Maar in de winter en herfst merk je vaak al dat je lampen eerder aandoet, je vaak ook kaarsjes aan doet. Je gebruikt veel meer het licht in je interieur. Zorg ervoor dat je bij het kiezen van de positie en type armaturen rekening houdt, maar denk hierbij ook aan of je de lampen wilt dimmen. Het volgende punt ‘Zones’ volgt hier goed bij op;

3: Zones

Bij het ontwerpen van een goed lichtplan is het ook van belang om te zorgen dat je bewust bent van de zones in licht en de woning, zoals plafond, ooghoogte en de vloer. Door een fijne mix hierin te maken kan je ervoor zorgen dat er een fijn licht is in jouw interieur. Kies bijvoorbeeld voor een mooie vloerspot zodat je een plant kan belichten, wat meteen ook een gaaf effect op je muur geeft. Door een goede mix hierin aan te brengen, heb je al snel voor elke situatie goede oplossingen.

4: Type licht (Kelvin en Lumen)

Type licht is altijd een lastige, hoeveel licht is namelijk genoeg? Dit hangt helemaal af van hoeveel licht jij nodig hebt in huis. Naarmate we ouder worden, worden over het algemeen onze ogen ook minder waardoor we meer licht nodig hebben. Maar daarnaast wil je ook, zoals we hierboven hadden besproken, sfeerlicht en praktisch ‘wc poets’ licht. Hier kan je op verschillende manier mee omgaan.
Er is bijvoorbeeld Kelvin. Dit zie je vaak staan op de verpakking van een peertje of lamp. Dit geeft de kleurtemperatuur aan van de lamp. Zoals 3000 heel wit licht is, maar hoe lager het getal hoe warmer. Zo is 2700 Kelvin het standaard qua warmte voor een interieur. Maar wil je dus goed ‘wc poets’ licht zou ik zeggen pak een 3000 want dan kan je goed alles zien. Dit is dus bijvoorbeeld ook goed geschikt voor een werkplaats of garage.
Verder kan je nog kijken naar de hoeveelheid Lumen van een lamp. Dit geeft aan hoeveel licht iets geeft. Er zijn bijvoorbeeld ook allerlei regels over hoeveel lumen een interieur zou ‘moeten’ hebben maar kijk voor jouw woning vooral wat jij fijn vindt.

5: Het oog wil ook wat

Last but zeker not least! We willen natuurlijk ook dat de lampen mooi lijken in ons huis. Om te zorgen dat je een fijne mix hebt van lampen kan je ervoor kiezen om binnen jouw eigen kleurenpalet te blijven en ook te kijken naar de materialen die je al in huis gebruikt, te gebruiken in de materialen van bijvoorbeeld lampenkappen. Door hierbinnen te blijven, heb je een goede mix dat altijd bij elkaar past.

Kom je er zelf niet uit en heb je hulp nodig, neem dan gerust contact met mij op.